Het overkomt iedereen: luisterfouten maken en spreekwoorden verhaspelen. Ach, wat was Fieke Van der Gucht opgelucht toen ze één van de zovele taalgebruikers bleek die alles over één kant scheerden, in eigen boezem keken of in pak en as zaten.
Als laatstejaars scholier was ik uitermate faalangstig: alles wat ik aanraakte, zou vast veranderen in stront, en nooit eens in goud – dat type. Die angst werd aangewakkerd door de leraar Nederlands en Engels. Ik studeerde namelijk af in Latijn-Wetenschappen, terwijl ik op zijn liefst gezegd meer aanleg had voor talen. Dat deed ik om de weinig zinvolle, maar begrijpelijkste reden ter wereld: mijn vriendinnen volgden die richting ook. De leraar, naar wie ik nochtans erg opkeek, oordeelde dat ik onvoldoende voorkennis had om studies Germaanse talen aan te vatten.
Zijn strenge verdict leidde tot een vreemde kortsluiting in mijn geënerveerde talige brein: voor ik aan Universiteit Gent begon, verhaspelde ik een hele zomer lang, buiten mijn wil om, Nederlandse spreekwoorden en uitdrukkingen. Ik hield tien vogels in mijn hand en dat was beter dan één in de lucht; ik liet ketels de pot verwijten dat-ie zwart zag (en niet andersom). Kortom: ik hoorde klepels klepperen zonder de klok te horen luiden (en dat geldt tot op de dag van vandaag, vrees ik).
Mijn (ex-)schoonvader dacht dat pietje een brave fallische uitdrukking was die uitstekend bij het stoutere paal aansloot
Een paar jaar later zou ik een bondgenoot vinden in mijn Waalse (ex-)schoonvader, die vloeiend Nederlands praatte, maar het lastig bleef hebben met spreekwoorden. Bij hem kwam bijgevolg pietje (en niet puntje)
bij paaltje: hij dacht dat pietje een brave fallische uitdrukking was die uitstekend bij het stoutere paal aansloot.
Als mensen in de spreektaal een woord onbewust door een gelijkluidend maar fout woord vervangen en daarmee een onbedoeld komisch effect bereiken – dus als pietje bij paaltje komt – dan heeft de taalkunde daar een naam voor: een malapropisme. Die term verwijst naar mevrouw Malaprop uit het toneelstuk The Rivals
(1775) van Richard Brinsley Sheridan. Ze was ongeschoold, maar had een voorliefde voor deftige woorden en uitdrukkingen, die ze telkens bíjna goed gebruikte: contagious countries (besmettelijke landen) is toch net weer iets anders dan contiguous countries (aangrenzende landen). Voor haar naam baseerde Sheridan zich op het Franse mal à propos (te onpas).
In ruime zin worden onder malapropismen ook grappige contaminaties verstaan. Van een contaminatie (letterlijk: besmetting) is sprake als twee juiste woorden of uitdrukkingen met elkaar vermengd worden tot één fout woord of één foute uitdrukking, bijvoorbeeld ongenadeloos (waar ongenadig en genadeloos elkaar besmet hebben). Voor het Nederlands verzamelde het Genootschap Onze Taal in Een slipje van de sluier (1999) de mooiste malapropismen. Die komen overigens bij alle lagen van de bevolking voor, en niet alleen bij de Hyancinth Buckets van deze wereld. Ach, wat voelde ik me getroost toen ik merkte dat lotgenoten alles over één kant scheerden, in eigen boezem keken of in pak en as zaten.
Naast een ongewilde voorkeur voor malapropismen, bleek ik als student Germaanse talen ook een aanleg te hebben om Engelstalige liedjes fout te interpreteren. Zo sloot ik vriendschap met een newwaver die de ernstige zwartzakkerij aan de kant schoof voor een lachbui nadat hij me op een feestje “Oh piannnoooo!” had horen meekelen – het ging om ‘Vienna’ van Ultravox. (Ik word nog altijd rood als het lied gedraaid wordt op de radio.)
Gelukkig is ook dat fenomeen van luisterfouten wijd verspreid. Er bestaat zelfs een naam voor: een mondegreen. Die naam is in 1954 gemunt door Sylvia Wright. Als kind verstond ze de laatste regel van de eerste strofe uit de bekende Schotse ballade ‘The Bonnie Earl O’ Moray’ verkeerd. In plaats van “They have slain the Earl o’ Moray / And laid him on the green” verstond ze “And Lady Mondegreen”.
Taalkundige Nicoline van der Sijs zorgde voor een vrije, Nederlandse vertaling van mondegreen: de huldebiet, naar de vraag van een Nederlands jongetje aan zijn juf: “Wie is eigenlijk koning Huldebiet?” Dat was zijn herinterpretatie van de zin “Neem mijn stem, opdat mijn lied, u mijn koning hulde biedt” uit een bijbelpsalm.
Taalkundige Nicoline van der Sijs zorgde voor een vrije, Nederlandse vertaling van mondegreen: de huldebiet
Luisterfouten ontstaan vooral als er in een vreemde taal gezongen wordt en er muziek doorheen klinkt. Een bekend verschijnsel is dat je opeens zelfs Nederlandse woorden hoort midden in een anderstalig lied. Timur Perlin, presentator bij het Nederlandse radiostation 3FM, doopte dit verschijnsel in 2009 “mama appelsap”. Hij baseerde de naam op het nummer ‘Wanna Be Startin’ Somethin’ van Michael Jackson, omdat sommige luisteraars aangaven “mamasee, mamasaa, mama appelsap” te horen in plaats van het oorspronkelijke “ma ma se, ma ma sa, ma ma coo sa”.
Ook Vlaamse luisteraars hebben zo hun “mama appelsapjes”. Zo werd tijdens Music For Life 2009, een liefdadigheidsactie op de radio, ‘Heads Will Roll’ van Yeah Yeah Yeahs onsterfelijk gemaakt door een klein meisje dat het plaatje ‘Hespenrol’ aanvroeg. Ik durf er mijn hoofd op te verwedden dat ze dra Engels-Nederlands zal studeren.